WONEN IN ITALIË – Nieuw koor

Sinds een maand of drie zit ik weer op een koor. Het koor Due Torri uit San Michele Mondovi. Niet naast de deur. Iedere week moet ik drie kwartier rijden voor onze repetitieavond.

Hoe kom ik hier nu weer bij? Tot de pandemie zong ik in het kerkkoor in Murazzano maar toen we met mondkapjes op moesten zingen, was de lol er voor mij af.

Na de pandemie kon er weer gewoon gezongen worden, maar ik wilde niet meer op een kerkkoor. Dat was nog niet zo eenvoudig. In veel koren hier in de omgeving zingen ook veel westerlingen mee, zoals Nederlanders, Duitsers, Britten. En ik wilde op een echt Italiaans koor.

Paola Prato die ik hier uit het dorp ken, vertelde wel eens over haar koor in San Michele. Een koor dat uit een stuk of dertig mannen en vrouwen bestaat, van dertigers tot tachtigers en allemaal Italianen.

Naast Italiaanse zingen ze ook Piemontese liedjes. Dat trok me ook aan. Iets meer van het dialect leren begrijpen. Dankzij Paola namen ze me op en nu rijd ik dus iedere dinsdagavond naar San Michele Mondovi waar we in een zaaltje naast de kerk repeteren.

Op de eerste repetitieavond drong het al tot me door dat dit niet zomaar een avondje gezellig liedjes zingen is. Nee dit is echt een koor van een niveau dat helemaal nieuw voor me is.

Dirigent Daniele Bouchard is een leuke jonge vent, een professioneel musicus en ook een gepassioneerd musicus. Dat merk je aan zijn hele aanpak en ook in de liedkeuze. Ik vind de liederen allemaal prachtig maar wel heel moeilijk.

Aan het begin van de repetitie-avond laat ie ons allerlei stemoefeningen doen -aaaaooooiiii - zodat we onze stem optimaal kunnen gebruiken.

Zolang ik nog niet heb voorgezongen, ben ik ondergebracht bij de contra-alten. Daarnaast heb je bassen, tenoren en sopranen. Ieder lied deelt Daniele eerst op in kleine stukjes, die de verschillende stemgroepen dan om de beurt moeten zingen. Uiteindelijk zingen we het lied samen.

Het klinkt allemaal behoorlijk serieus maar gelukkig wordt er ook veel gelachen. Zo wil het bij de tenoren nog wel eens onrustig zijn. Ook mannen kunnen giebelen en kletsen. Daniele weet ze dan vaak op een speelse manier weer in het gareel te krijgen.

In het begin durfde ik nauwelijks m'n mond open te doen. Hield schielijk Paola in de gaten en zong zo'n beetje met haar mee. Die lieve Paola hielp me met de liedteksten, kwam zelfs een middag bij me thuis om een Piemontees lied voor me te vertalen.

Inmiddels ben ik al drie optredens verder. Het eerste optreden, bij Albenga, ging goed. Maar het optreden in Boves een paar weken geleden was een ramp. We stonden op een trap die naar een toneel leidde. Hutje mutje naast elkaar.

We zongen enkele liederen die ik nog maar een paar keer had gezongen. Ik was dus erg afhankelijk van m'n tekst. Maar doordat het donker was en we bij kunstlicht zongen, viel steeds de schaduw van het tekstboek van m'n buurvrouw over mijn tekst zodat ik op zeker moment het liedboek bijna boven mn hoofd moest houden, om de tekst te kunnen lezen.

Afgelopen zondag traden we op in Sint Anna di Vinadio, het hoogst gelegen pelgrimsoord van Europa. Om bijtijds aan te komen, moesten we al om kwart voor zeven 's morgens op pad. Ik rijd steeds met Paola en haar man Germano mee, wat heel gezellig is.

Ik had weinig geslapen omdat ik nog tot laat op de dansvloer had gestaan tijdens het jaarlijkse dorpsfeest in Mombarcaro. Maar na een cappuccio en een cornetto ging het wel weer. De tocht ernaartoe was prachtig.

De mis was in de open lucht en wij moesten ons opstellen in een aangrenzende galerij. Ivm de hitte loeide er een ventilator uit het jaar nul waar we met moeite bovenuit konden zingen, terwijl de kunstmatig bries langs onze bezwete lijven waaide.

Daniele kon nauwelijks z'n lachen houden maar leidde ons zo goed mogelijk door het programma. Ik had ook nog last van een andere handicap: knellende schoenen.

Zaterdag ga ik in Alba hele gemakkelijke, waarschijnlijk oerlelijke gezondheidssandalen kopen. Want één ding heb ik al wel geleerd: een koorlid moet lang kunnen staan



  • De beslissing
  • Jarenlang was het een droom. Een huis in Italië. Op vakantie stond ik steevast lang voor de etalage van de makelaar ter plaatse. Maar het moment was (nog) niet geschikt. Ik werkte nog, mijn geliefde was ziek, m’n ouders hadden steeds meer zorg nodig. Ik bleef dromen en fantaseren, allemaal heel veilig. Jaar na jaar ging voorbij. Er gebeurde veel. Cor ging dood, ik maakte een voettocht naar Rome, werd ontslagen en toen was daar opeens het moment van: nu of nooit.